stalreiniging

Varkenshouderij- Kalverhouderij - Rundveehouderij - Pluimveehouderij - Geiten - en schapenhouderij

paardenstallen en binnenpistes

Propere stallen = gezonde dieren

Reinigen en ontsmetten van stallen



Reinigen en ontsmetten van stallen

Iedere veehouder zou routinematig minstens eenmaal per jaar stallen en hokken grondig moeten reinigen en onsmetten; in de pluimveehouderij gebeurt dat bij iedere leegstand.

Bij ziekteproblemen van besmettelijke aard is het uiteraard aangewezen dit frequenter te doen. Hiervoor moeten de stallen volledig leeg zijn, m.a.w. alle dieren moeten eruit verwijderd worden. In de intensieve veehouderij worden de dierenverblijven gereinigd en ontsmet bij iedere leegstand.

De infectiedruk is de concentratie aan ziektekiemen in de omgeving. Hoe meer dieren men houdt, hoe groter de infectiedruk en hoe belangrijker het is te reinigen en te ontsmetten om overdracht van ziektekiemen te voorkomen.


Reinigen

Reinigen is het verwijderen van organisch materiaal. Dit is mest, urine, strooisel, melk, bloed, voedselresten, aarde, … Door een grondige reiniging wordt reeds 75% van de aanwezige ziektekiemen uit de stal verwijderd.

  • Verwijder alle dieren, demonteerbare materialen en hulpstukken uit de stal.
  • Verwijder los vuil zoals strooisel, houtkrullen, voederresten, mest… Hier komt een hogedrukreiniger, gebruikt onder een hoge druk en met een klein watervolume, goed van pas. Vlakstralers met een spleetvormige opening zijn geschikt voor het reinigen van oppervlakken op korte afstand (vloer, wanden, voederbakken…), rondstralers zijn geschikt voor het reinigen op grote afstand (plafond, verluchtings-koker…).
  • Verwijder vast vuil zoals aangekoekte mest, voederresten… d.m.v. water met een inweekmiddel (4% soda, een neutrale of alkalische zeep of een commerciële stalreiniger). Bij gebruik van een hogedrukreiniger gebeurt het verwijderen van los vuil en inweken in één handeling! Om alle vuil los te weken moet het inweekmiddel minimum 3 uur inwerken. Men mag echter niet wachten tot de bodem terug opdroogt.
  • Spoel het vuil én het inweekmiddel af. Zepen kunnen een ontsmettingsmiddel neutraliseren. Afspoelen met een hogedrukreiniger dient te gebeuren onder een druk van ± 50 atmosfeer en een debiet van 12 liter water per minuut, met een vlakstraler op 20 cm afstand.
  • Trek de bodem droog. Achtergebleven plassen zullen het vervolgens aangebrachte ontsmettingsmiddel verdunnen waardoor het veel aan ontsmettingskracht verliest.

Zonder een voorafgaande grondige reiniging is ontsmetten zinloos. Een ontsmettingsmiddel verliest zijn werking in de aanwezigheid van organisch materiaal. 'Vuil' beschermt immers de smetstoffen (bacteriën, virussen…) tegen de inwerking van het ontsmettingsmiddel



Referentie DGZ.be

bedrijfspanden

gevels en daken

terrassen

zonnepanelen